Skip to main content

Uiergezondheid wel degelijk te sturen middels fokkerij

Managementaanpassingen leveren vaak op korte termijn tot significante verbeteringen in de uiergezondheid. Op de lange termijn levert fokkerij een toegevoegde waarde. In het kader van de Celgetal Challenge onderzochten we de relatie tussen fokkerij en de effecten op uiergezondheid en celgetal. 

Recent verscheen een Amerikaanse publicatie waarin 10 jaar aan fokwaardes van onderbalkkenmerken zijn vergeleken met hun correlatie met uiergezondheid. Hieruit blijkt dat met name uierkenmerken zoals aanhechting van het vooruier (vast), achteruierhoogte (hoog), achteruierbreedte (breed) en uierdiepte (ondiep) de belangrijkste voorspellers zijn voor een laag celgetal. Een vast aangehecht en goed gevormd uier, loopt minder kans op beschadiging van het uierweefsel. Iedere beschadiging geeft mastitisverwekkers meer kans zich te nestelen in het uierweefsel. Een sterk uier draagt dus bij aan een lager celgetal.

Introductie Mastitis Resistentie Index

Melkkoeien hebben een natuurlijke resistentie voor mastitis. Deze wordt uitgedrukt in de mastitis resistentie index. Dit geeft de verwachte mastitis resistentie van een nakomeling weer. Een score van +1, betekent dat dochters van deze stier 1% minder kans hebben op mastitis t.o.v. het rasgemiddelde. Deze ligt op 89,8%. Het voordeel van deze index is dat via genetische selectie de totale uiergezondheid van een veestapel kan worden verbeterd. Via de fokwaarde celgetal fokt u een laag celgetal in uw veestapel. Dit leidt tot een hogere productie en minder kans op mastitis. Echter zegt celgetal niets over mastitis resistentie en daarmee over het aantal mastitisincidenten bij een melkkoe. De dochters van stieren met een hoge mastitis resistentie index kunnen tot wel de helft minder mastitisgevallen ontwikkelen dan slecht scorende stieren. Door de introductie van deze index heeft u meer handvaten om direct op mastitisincidentie te kunnen sturen.

Celgetalfokwaarde

In Amerika wordt de fokwaarde voor celgetal weergegeven als Somatic Cell Score, afgekort als SCS. Het gemiddelde in Amerika is 3,10. Een daling van 0,20 punten levert een celgetaldaling van 10.000 cellen op. Als we dit vergelijken met NVI betekent een daling van 0,20 punten een stijging van 4 punten NVI op. In tegenstelling tot de NVI fokwaarde voor celgetal geldt voor de Amerikaanse fokwaarde; hoe lager de score, des te beter.